
BELEGGINGSSTATUUT STICHTING GEËRFDENFONDS
Overwegingen:
a. Het eigen vermogen van de Stichting Geërfdenfonds (hierna: de Stichting) bestaat uit het (geïndexeerde) oorspronkelijk ingebrachte Stichtingskapitaal, het grondkapitaal, de reserve en de vrije reserve.
b. De Stichting wenst het door de jaren extra opgebouwde deel van het eigen vermogen dat statutair beschikbaar is voor goede doelen in stand te houden om de opbrengsten jaarlijks aan te wenden voor goede doelen.
c. De Commissie van Beheer (hierna: CvB) draagt er voor zorg dat het vermogen van de Stichting op zorgvuldige wijze wordt beheerd en heeft gelet op de beperkte rendementen van banksparen het onder b bedoelde deel van de reserve nuttig en vruchtbaar belegd.
d. De CvB hecht eraan om de uitgangspunten en doelstellingen van het beleggingsbeleid van de Stichting te formaliseren en om met inachtneming van de statutaire doelen van de Stichting en de wettelijke bepalingen navolgende randvoorwaarden van het beleggingsbeleid vast te stellen.
Artikel 1: Algemeen
De beleggingen van de Stichting beperken zich tot de door de Stichting aangewezen en ter beschikking staande middelen. Het beleggingsbeleid draagt ervoor zorg dat de kernactiviteiten of doelstellingen van de Stichting niet in gevaar komt.
Artikel 2: Beleggingsdoelstellingen en beleggingshorizon
Het belegde vermogen dient op lange termijn zoveel mogelijk in stand te worden gehouden met de mogelijkheid van waardegroei en het genereren van rendement. De beleggings-horizon bedraagt circa 10 jaar. 2
Artikel 3: Risicobeheer
De CvB beperkt het beleggingsrisico door het beleggingsprofiel te kenmerken als overwegend defensief. De CvB zal worden gemandateerd om een externe professionele vermogensbeheerder binnen de kaders van het beleggingsstatuut het vermogen te beheren. De penningmeester ziet namens de CvB toe op de uitvoering van het beleggingsbeleid, bewaakt de samenstelling van de beleggingsportefeuilles en evalueert periodiek de prestaties daarvan en legt in de jaarrekening verantwoording af over het gevoerde beleggingsbeleid.
Artikel 4: Beleggingen
De beleggingen in portefeuille dienen van voldoende kwaliteit te zijn en waarvan de koersen regelmatig worden gepubliceerd. De beleggingen in portefeuille bestaan uit beleggingen in van goede naam en faam bekend staande beleggingsfondsen, indexfondsen of exchange-traded funds (ETF’s). Beleggingen in de portefeuille moeten zoveel mogelijk voldoen aan duurzaamheidscriteria. Nadere invulling en de eventuele screening van individuele beleggingstitels hiervan vindt plaats in overleg met de vermogensbeheerder en/of beleggingsadviseur.
Artikel 5 Restricties
Beleggingen in hedgefunds, derivaten zoals futures en opties, direct onroerend goed en debetstand zijn in het beleggingsbeleid uitgesloten. Uitgesloten van belegging zijn voorts fondsen die investeren in ondernemingen waarvan de bedrijfsvoering voor het belangrijkste deel gericht is op de productie van en/of betrokkenheid bij kinderarbeid en de wapenindustrie.
Artikel 6: Liquiditeit van het beleggingsvermogen
Een deel van het beleggingsvermogen dient in rekening-courant te worden aangehouden om de beheer- of service kosten van te voldoen en dividenden op te ontvangen. De op bedoelde rekening aangehouden liquiditeit bestaat uit ten minste 5% van het totaal belegde vermogen van de Stichting. Voor liquide middelen geldt dat de rentevergoeding marktconform dient te zijn en deze uitsluitend bij financiële instellingen met een minimale kredietwaardigheid van A1 of hoger dienen te worden uitgezet.
Artikel 7: Selectie externe vermogensbeheerder
De externe vermogensbeheerder wordt geselecteerd door de CvB op voordracht van de penningmeester. Om tot een keuze te komen zullen ten minste twee vermogensbeheerders worden beoordeeld op service, kwaliteit van de dienstverlening en rapportage, transparantie van beleid en kosten 3
Artikel 8: Slotbepalingen
Dit beleggingsstatuut treedt in werking na goedkeuring door de CvB. ln gevallen waarin het beleggingsstatuut niet voorziet, beslist de CvB. Dit beleggingsstatuut kan worden aangehaald onder de naam ‘Beleggingsstatuut van de Stichting Geërfdenfonds’ dan wel verkort als ‘Beleggingsstatuut’.
Vastgesteld op 26 februari 2019.
Rhody Brugge
Penningmeester van de Commissie van Beheer.