“Ik zit voor altijd vastgenageld aan Velp”
gepubliceerd in:De Gelderlander, 4 maart 2006 DoorBERRIE VAN HELDEN
De naam Driessen is onlosmakelijk verbonden met Velp. „Ze trekken mij overal bij“, zegt Hans Driessen (76). Hij is onvermoeibaar als het om Velp gaat. Deze week was hij veertig jaar bestuurslid van de Geërfden. Zeg hem niet dat iets onmogelijk is. Dat haalt onherroepelijk de strijder in Hans Driessen boven. „Wie zegt: ‘Dat red jij nooit’, kent Hans Driessen niet. Dan ga ik er helemaal tegenaan“, zegt de Velpenaar, die deze week door de Geërfden van Velp in het zonnetje is gezet. Iedereen die in Velp onroerend goed bezit, is geërfde.
Daarnaast is Driessen onlosmakelijk verbonden met Oranjevereniging Velp voor Oranje en het Comité 1940-1945. Als het maar met Velp te maken heeft. Aan dit dorp heeft hij zijn hart verpand. „Ik zit vastgenageld aan Velp. Overal is het mooi, maar als ik de toren van de Oude Jan (het Velpse kerkje, BvH) weer zie, ben ik thuis. Voel ik me gelukkig. Dat zei mijn vader en dat zeg ik. Velp trekt. De natuur is prachtig. Net als de omgeving, de Posbank, het Rozendaalse Veld, Beekhuizen. Dat zijn toch de parels van de Veluwe.“
Via de Geërfden zet Driessen zich met hart en ziel in voor zijn dorp. Daaraan heeft hij de bijnaam ‘de burgemeester van Velp’ te danken. „Ties Koek zei altijd: ‘Ik ben de burgemeester van Rheden, jij van Velp’. Dat klonk mooi, maar als ik wat voor elkaar wilde krijgen, had ik zijn medewerking wel nodig. Dat was echter geen probleem. Zijn deur stond altijd open voor mij.“
Voor de Geërfden, die onder meer via pachtopbrengsten aan hun inkomsten komen, is Driessen altijd druk in de weer. Zij steunen goede Velpse doelen: een sierlijke bank in het centrum en een horecahut in het openluchttheater. En als er iets geregeld, of beter gezegd geritseld moet worden, komt Hans Driessen om de hoek kijken. „Het schooien zit mij in het bloed. Heeft iemand iets nodig, dan komt hij bij mij. Ze denken: ‘Driessen krijgt het wel voor elkaar’. Daar kan ik ook niets aan doen“, zegt hij lachend. „Als we voor de draaimolen op Koninginnedag stroom nodig hebben, bel ik bij omwonenden aan. Na afloop krijgt iedereen een doos toetjes. Als dank. Dat stellen ze op prijs“, zegt de importeur van Duitse yoghurtsoorten. Hij kent persoonlijk iedereen van het gemeentebestuur, kan lezen en schrijven met ambtenaren en beschikt over ontelbaar veel zakenrelaties. Die vinden het allemaal moeilijk Driessen iets te weigeren. „Hij brengt het altijd zo dat je geen nee kunt zeggen“, beaamt één van hen. „Hij palmt je in zonder dat je het in de gaten hebt“, zegt een ander.
Voor Velp is Driessen niets te dol. En als de oorlogsjaren een rol spelen, dan is hij helemaal niet meer te houden. „Wat toen is gebeurd, mag nooit worden vergeten“, zegt hij. En Driessen heeft ervoor gezorgd dat Velp in lengte van jaren op 4 mei en op 16 april, de dag waarop Velp is bevrijd, de klok hoort luiden. Dat heeft hem bloed, zweet en tranen gekost, maar het is gelukt. „Ik miste het klokgelui op 4 mei. Ik vond dat Velp, als enige dorp in de gemeente, een klokkenstoel moest hebben. En toen mensen in mijn omgeving zeiden dat ik dit nooit voor elkaar zou krijgen, omdat alleen de klok al 20.000 gulden kostte, dacht ik bij mezelf: al moet ik het in de hemel halen, die klokkenstoel komt er.“